7 juni 2015 – De kop van het hoofdartikel op de voorpagina van de Stentor van vandaag intrigeerde me: ‘Pesten op het werk is een epidemie’. Een op de vier werknemers is blijkbaar wel eens gepest op het werk. Vier miljoen verzuimdagen levert dat per jaar op. En 95% van de werknemers zegt dat er nooit over wordt gepraat. Cijfers overtuigen me doorgaans niet van de urgentie van een onderwerp, zeker niet als het de krantenkoppen betreft. Churchill memoreerde in dit kader eens terecht: “the only numbers and statistics I trust are the ones that I manipulated myself.” Maar OK, het is blijkbaar echt iets groots en urgents. Wat me verbaasde is dat minister Asscher de oplossing zoekt in het oer-hollandse ‘meer praten erover’ bij de koffieautomaat. Mij lijkt dat daar juist ook een bron van het pestgedrag kan worden gevonden. Asscher doet, evenals allerhande pestcoaches aan symptoombestrijding. Nergens in het artikel wordt namelijk iets gezegd over de mogelijke oorzaken.
Waar komt pesten vandaan? Pesten is op persoonlijk niveau vaak een uiting van ongenoegen met de eigen situatie; een machteloze manier om de verantwoordelijkheid daarover naar een ander te verleggen. Die ander is namelijk de schuld van de eigen ellende. Als die schuldverschuiving momenteel zo collectief gebeurt als het artikel beweert, dan zegt dat wat over de conflictueuze wijze waarop onze organisaties zijn georganiseerd. Blijkbaar ervaren mensen in de meeste organisaties van tegenwoordig een grote machteloosheid, en dat kunnen de leiders van die organisaties zich aanrekenen. Het vraagt hen om de medewerkers meer perspectieven te bieden om vorm te kunnen geven aan hun eigen werkomstandigheid.
Het zou te ver gaan alleen de leiding aan te wijzen als bepalend in het pestgedrag. Medewerkers moeten ook naar zichzelf kijken; veel lijken een aangeleerd ontwijkgedrag te vertonen. Pestgedrag is meestal individueel gericht en vraagt om het nemen van eigen verantwoordelijkheid van het lijdend voorwerp, maar eerst het herkennen van zijn of haar eigen aandeel in de situatie. Dit vraagt om een bewustwording van de mensen zelf. Zij moeten zich realiseren dat hun slachtofferschap vaak onbewust deel uitmaakt van een vastgeroest patroon, iets dat ze zelf kunnen helpen doorbreken.
Tot slot moeten we ons afvragen of er te allen tijde iets mis is met pesten en dat het koste wat het kost collectief moet worden bestreden. Pesten is van alle tijden. In- en uitsluiting en al het bijbehorende gedrag bestaat bij elke samenleving en -werking, of het nu bij de Maori’s in Nieuwe Zeeland is of bij de vissers op Urk. Waarom dan niet op Het Werk? Is het niet een natuurlijke menselijke omgangsvorm, waarin onderlinge krachtsverhoudingen worden getest? De vraag is waarom er momenteel zoveel ophef over is. Is het veralgemeniseren van het onderwerp het nieuwe pamperen dat ons weghoudt van onze eigen individuele verantwoordelijkheid en ontwikkeling hierin?
Goed leiderschap, bewustwording en persoonlijke verantwoordelijkheid zijn wat de nieuwe werkelijkheid van organisaties en samenwerkingsvormen vraagt. Niet het praten er over en hopen dat het dan vanzelf wordt weggepolderd. Zeker niet bij de koffieautomaat. De overschatte rol daarvan is zo 20e eeuw. Die automaat is geen wonderlijk informatie- en communicatieplatform maar nog steeds alleen bedoeld om koffie te leveren.